Tijdschrift weegschaal

Kom meer te weten over ons bedrijf, hoe we werken,
over nieuws uit de sector, nieuwe weegoplossingen en nieuwe
ontwikkelingen in weegtechnologie.

ESSMANN Redaktion

Archief 2004: Snel laden

Voorwaarden

Tot eind 2001 werden kwarttreinen met twee- of vierassige wagons op een nogal ouderwetse manier met ballast uit de Harz-groeves geladen bij het goederenstation van Bad Harzburg. Volgens de spoorweg classificeerde het “MORA C” programma (het marktgerichte aanbod van DB Cargo) dit goederenstation met zijn ballastbelading als “oneconomisch” en zou het worden gesloten.

HARZER
PFLASTERSTEINBRÜCHE TELGE & EPPERS, dat deel uitmaakt van KEMNA BAU(www.kemna.de), had zich nu tot taak gesteld om het eigen bedrijf en belangrijke klanten te voorzien van de bulkgoederen die daar uit de groeves Huneberg en Unterberg werden gewonnen. Daartoe werd het hele terrein van het goederenstation aangekocht en werd er een volledig nieuwe en moderne laadinstallatie gebouwd.

Om bloktreinen met tot wel 1500 ton materiaal in 2 – 3 uur te kunnen laden, moest ook de gegevensverwerking worden geoptimaliseerd. Voor deze implementatie werd software van HE Wägetechnik Horst Eßmann GmbH gebruikt. De EWP-software, die al in gebruik was bij de werkmaatschappij, werd niet alleen gebruikt voor de koppeling met het goederenbeheersysteem op de IBM AS/400, maar ook voor het beheer van de gegevens voor de opslag en het ophalen van materiaal. Dit maakte het mogelijk om een transparante goederendoorvoer te realiseren bij het laden van het spoor.

De vrachtwagenweegschalen in de toeleveringsgroeven werden voor dit doel uitgerust met apparaten die kaarten uitgeven. De gegevens worden geschreven naar en gelezen van de volplastic ID-kaarten met behulp van de contactloze “Mifare”-standaard. Dit is erg belangrijk in de zware omgevingsomstandigheden in de steengroeven om schrijf- en leesfouten in volautomatisch bedrijf door vervuiling te voorkomen.

Zodra “Bad Harzburg” tijdens het wegen in de groeve als ontvanger van de goederen wordt aangegeven, wordt automatisch een geheugenkaart geschreven en afgegeven. Deze kaart wordt samen met de weegbon aan de afleverende chauffeur overhandigd. Zodra de vrachtwagen is aangekomen bij het spoorlaadpunt, wordt de kaart ingestoken en gelezen bij de zelfbedieningsterminal aan de goot waar de vrachtwagen wordt geaccepteerd. Voor de acceptatie van de bulkgoederen wordt de kaart voorzien van gegevens zoals plaats van herkomst, kenteken van het voertuig, materiaalnummer en laadgewicht. Na een plausibiliteitscontrole van de kaart start de volautomatische materiaalopslag in de opslagsilo’s. Zodra de kaartgegevens zijn overgedragen van de EWP-software naar de systeembesturing, schakelt deze de transportroutes naar de corresponderende silo waarin het geleverde materiaal tijdelijk moet worden opgeslagen.

Fest AG heeft een bedienings- en controlesysteem (HMI) gerealiseerd via een procescontrolesysteem voor de besturing van de transportbandsystemen. De HMI wordt gebruikt voor de dialoog tussen de operator en het besturingssysteem. De aandrijftechniek wordt bestuurd door een Siemens Simatik S7-300 PLC. De koppeling tussen de EWP-software en het DCS vindt plaats via een netwerkverbinding en is database-georiënteerd, waarbij de verbinding tussen de databases wordt gerealiseerd via ODBC-drivers (Open DataBase Connectivity).

Voor het ophalen van materiaal worden de door DB verstrekte treingegevens overgebracht naar de EWP-software, waar de trein- en wagongegevens ook volledig worden beheerd. Een uittreksel van de treingegevens kan worden overgebracht naar een mobiele terminal voor gegevensregistratie. Met behulp van deze handterminal loopt het beladingspersoneel vóór het laden door de trein en vergelijkt de wagonstatus met de instellijst en voegt de laadlimiet en het leeggewicht van de betreffende wagon in het treinstel toe of corrigeert deze. Het is ook mogelijk om commentaar in te voeren over de afzonderlijke wagons of om ze te blokkeren voor belading. Zodra de inspectie is voltooid, worden de gegevens elektronisch overgedragen van de handterminal naar de EWP-software en automatisch ingevoerd in de treinenlijst.

Op basis van deze gegevens worden de laadplannen voor de treinen gegenereerd en kunnen de wagons worden geladen volgens de laadopdrachten. Hiertoe worden de laaddoelwaarden voor elke wagon doorgegeven aan het DCS, dat de transportbandsystemen start om de wagons te laden. Een in de transportband geïntegreerde bandweger zorgt voor nauwkeurig laden. Tijdens het hele laadproces wordt het proces duidelijk gevisualiseerd met het huidige laadgewicht en alle relevante wagon- en ordergegevens. Zodra het laden is voltooid, worden alle verplichte treindocumenten uitgegeven. Bovendien wordt de materiaalbeweging doorgestuurd naar het bovenliggende goederenbeheersysteem voor facturatie. Voor dit doel is het laden via het spoor verbonden met het computercentrum van de werkmaatschappij via een speciale lijn, een zogenaamd VPN (Virtual Private Network).

Dankzij de modulaire opbouw van de EWP-software kon HE Wägetechnik de gewenste functionaliteit snel en kosteneffectief realiseren. Na slechts ¾ jaar bouwen van het hele systeem verliet de eerste bloktrein met 1500 ton geladen materiaal in april 2004 de nieuwe spoorverlaadplaats in Bad Harzburg.

bau MAGAZIN (sbm-verlag), uitgave 12/04-01/05

Teilen

Meer interessante verhalen over weegschalen


Plaats een reactie

Fediverse